Workshop De Wereld van B – Samen sterk met buurkracht 2024
‘We kunnen problemen niet oplossen met dezelfde denkwijze die ze heeft veroorzaakt.’ In de workshop De Wereld van B tijdens het event Samen Sterk met Buurkracht was zonneklaar dat deze beroemde uitspraak van Einstein ook van toepassing is op de energietransitie. We kunnen alleen van A naar B komen door ánders te denken, volgens de principes van de wereld van B.
Onder leiding van Paul Dalebout (nationaal programma regionale energiestrategie) gingen de deelnemers op zoek naar hoe dit er concreet uit zou kunnen zien. En hoe gemeenten en bewoners hierin kunnen samenwerken.
Die gezamenlijke zoektocht begon met in beeld brengen wat die wereld van B eigenlijk zou moeten zijn: wanneer is de energietransitie geslaagd? “Als we geen CO2 meer uitstoten”, gaf iemand als eerste voorzet. Maar al gauw bleek dat daar voor de meesten meer aan vast hangt. Dat de energietransitie vooral een middel is om grotere doelen te halen. Zoals een gezonde, stabiele natuur, waarin er geen dieren meer uitsterven. Een circulaire economie waarin we de aarde niet uitputten. Daar hoort bij dat alle energie die we gebruiken duurzaam is. Én, zoals met veel bijval werd ingebracht, dat iedereen – ook met een kleine beurs – mee kan in de transitie.
Wat staat in de weg?
Een mooi vooruitzicht, dat meteen de logische vervolgvraag opriep: wat staat ons in de weg om in die wereld van B te komen? Dat bleek een hele waslijst te zijn. “We richten ons te veel op techniek, maar het gaat om gedrag. We willen blijven doen wat we gewend zijn.” “We praten te veel en doen te weinig.” Er is te weinig menskracht, te weinig lef, veel te weinig tijd. En er is ook te veel. Te veel onzekerheid. Te veel afwachtendheid. Het is lastig om mensen mee te krijgen. Zo stapelden de uitdagingen die deelnemers aandroegen zich op.
Genoeg beren op de weg dus. Maar het probleem is in elk geval niet, hield Paul de groep voor, dat er te weinig duurzame energie is. Integendeel: elke vier uur komt er net zoveel zonne-energie richting de aarde als de hele wereldbevolking in een jaar verbruikt.
Ook aan nieuwe technologieën die bij kunnen dragen aan de transitie, ontbreekt het niet. “Het punt is dat we het op de oude manier blijven doen. Vergelijkbaar met hoe we in de jaren 90, toen we massaal internet gingen gebruiken, ook nog lang hebben geprobeerd om al die data door de telefoonlijnen te sturen die daar niet op berekend waren.”
Omdenken voor een omslag
De oplossing voor de opstoppingen in het dataverkeer kwam indertijd door het oude systeem los te laten en nieuwe netwerken op te bouwen volgens de wetten van de nieuwe wereld. Een mooi voorbeeld van hoe anders denken tot een doorbraak kan leiden, vindt Paul, en een inspiratie voor hoe we de energievoorziening van morgen kunnen vormgeven. De doorbraak is er nog niet, maar er wordt al her en der gepionierd.
Zo dacht Paul zelf mee over een nieuw zwembad in Castricum: hoe kan dit er toch komen, ondanks de krapte op het energienet? “Samen met lokale ondernemers en verenigingen in de betreffende wijk en de gemeente kwamen we met een beter plan dan alle experts op het gemeentehuis achter hun bureau ooit hadden kunnen bedenken.” Kern van dit plan: samenwerken. En zo een slim buurtsysteem opzetten, waarbij het zwembad bijvoorbeeld wordt verwarmd met restwarmte van de nabijgelegen ijsbaan.
Naar een nieuwe balans
De zwembadcase riep bij de bewoners en gemeenteambtenaren in de workshop allerlei vergelijkbare voorbeelden op van lokale samenwerking die tot een betere balans in het energienetwerk leiden. Zoals buurtbatterijprojecten op bedrijventerreinen en in woonwijken, en gezamenlijke zonnedaken.
Maar, zo werd ook duidelijk, de wereld van B brengt ook een ander economisch model met zich mee. Wie geef je bijvoorbeeld toegang tot zo’n lokaal netwerk, en hoe verdeel je de kosten en baten? Dat vraagt om goede afstemming én om nieuwe regels. Ook daar moet het gesprek over gaan, benadrukt Paul. Maar er is reden genoeg voor optimisme: “Als we goed kijken, is eigenlijk alles er al.”