Structurele betrokkenheid van bewoners is onmisbaar om de energietransitie op te schalen en te versnellen. Dat wordt steeds duidelijker. Maar dit stelt vooral gemeenten voor grote uitdagingen. Hoe organiseer je dat? En hoe doe je dat efficiënt en voorkom je dat je met eindeloos veel bewonersclubs om de tafel moet, of dat het onbetaalbaar wordt? Buurkracht is met de gemeenten Boxtel en Sint-Michielsgestel, Leeuwarden, Rotterdam en Zaanstad een langdurige samenwerking gestart om te laten zien hoe dit zou kunnen.

Om 2,5 miljoen woningen te verduurzamen voor eind 2030, zoals in het nationale klimaatakkoord is afgesproken, is het belangrijk dat bewoners zélf in actie komen. Niet alleen de koplopers maar vooral ook die miljoenen huishoudens die de urgentie minder voelen. Hoe krijg je de massa mee? Tegen dit vraagstuk lopen ook gemeenten aan: er zijn Regionale Energie Strategieën (RES) opgesteld, gemeenten hebben hun Transitievisie Warmte (TVW) afgerond en Wijkuitvoeringsplannen (WUP) zijn in de maak, maar de stap van plannen naar uitvoering is niet zomaar gezet. Buurkracht heeft een voorstel uitgewerkt om hier meer vaart in te brengen. Met onze eigen vertrouwde buurtaanpak als basis, maar zo aangepast dat deze op veel grotere schaal heel (kosten)efficiënt kan worden ingezet. Met subsidie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en cofinanciering van deelnemende gemeenten brengen we het voorstel nu in de praktijk.

Verbinding

Buurkracht maakt voor dit project dankbaar gebruik van alle kennis en ervaring die de afgelopen tien jaar is opgedaan in buurten in het hele land. Ben Verhoeff, directeur van Buurkracht en verantwoordelijk voor dit project: “Wat we zien is dat bewoners integraal naar hun leefomgeving kijken. Groen, openbare ruimte, voorzieningen, parkeren, mobiliteit en al die andere beleidsterreinen die bij gemeenten gescheiden zijn, zien zij als één geheel. Daarbij is verduurzaming voor de meeste mensen niet het eerste waar ze in hun buurt mee aan de slag willen. Maar als je hen weet te verbinden op iets wat ze wél belangrijk vinden – een moestuin, een buurtbus, het kan van alles zijn – krijg je ze vervolgens makkelijker mee in de energietransitie. Of andere participatietrajecten. We zoeken dus eerst de verbinding.”

Van vertrouwen naar structurele samenwerking

Door in te spelen op wat bewoners belangrijk vinden en te luisteren naar hún wensen, kunnen gemeenten ook hun vertrouwen winnen. “Dan heb je een goede basis om na enkele losse buurtinitiatieven verder te bouwen aan een duurzame samenwerking met bewoners. Want die is hard nodig om echt op te kunnen schalen. Met de vier gemeenten, die meteen enthousiast waren om mee te doen, gaan we die samenwerking structureel en voor een langere periode organiseren. Dat doen we in fases, te beginnen met het vinden van actieve bewoners die in hun buurt het voortouw willen nemen. Als een team gevormd is, helpen we hen de buurt te activeren en grote en kleine (energiebesparings)acties te organiseren. We werken daarbij samen met andere initiatieven uit de gemeente. Doordat we een langere periode betrokken zijn, is het mogelijk de bewonersinitiatieven te bestendigen in bijvoorbeeld een coöperatie of een werkgroep.”

Vier keer twaalf buurten

Het meest in het oog springende verschil met hoe Buurkracht normaliter te werk gaat, is de schaal waarop de aanpak nu wordt ingezet. Ben: “In elke gemeente gaan we in twaalf buurten aan de slag. Zo willen we een efficiëntieslag maken die ook tot aanzienlijke kostenbesparing leidt. Het vraagt in het begin om een extra investering, maar het idee is dat de buurtteams gaandeweg zelfstandiger worden en minder begeleiding nodig hebben. Bovendien verbinden we ze met elkaar, zodat ze ook van elkaar leren en elkaars acties kunnen gebruiken. En samen optrekken richting de gemeenten, die daardoor ook veel efficiënter met de bewoners kunnen schakelen. Want idealiter hebben ze straks in plaats van twaalf buurtteams, te maken met één afvaardiging.”

Aan de bak

Ook de rol van de gemeenten is in dit project duidelijk anders dan in de reguliere Buurkracht-aanpak. “Ze moeten zelf ook flink aan de bak. We hebben binnen elke gemeente een projectteam samengesteld met verschillende vertegenwoordigers om net als de bewoners zelf meer integraal naar de buurten te kijken. Die teams hebben de komende paar jaar een heel actieve rol. Dat begon al in de voorbereiding, waarin we samen hebben bekeken: hoe zitten de sociale structuren in de buurten in elkaar en waar zien we aanknopingspunten om mee aan de slag te gaan? Dit deden we op basis van onze ‘Routekaart’. Die bestaat uit grondige data-analyses in combinatie met uitgebreide sessies met stakeholders om die analyses goed door te nemen. Behalve een afgewogen keuze en een afgestemd plan van aanpak heeft dat alvast opgeleverd dat het project binnen de gemeente begint te leven en betrokkenen echt zin kregen om hierin samen te werken. Dat is leuk om te merken en een goed uitgangspunt voor de fase waar we nu in zitten: het werven en vormen voor de buurtteams.” Wil je meer informatie? Neem dan contact op met ben@buurkracht.nl

Delen: