Gemeenten hebben de taak een aanzienlijke bijdrage te leveren aan de landelijke CO2-reductie. Om van een thema als energietransitie een succes te maken, is het nodig dat ook burgers zich bewust zijn van de urgentie en hun bijdrage leveren. Makkelijk gezegd. Maar wat als je je bedenkt dat gemiddeld maar liefst 40 procent van de grond in gemeenten particulier bezit is. Hoe zet je als gemeente particuliere woningbezitters in beweging? Een bijkomend vraagstuk is daarbij: focus je daarbij op de zogenaamde koplopers, degene die het initiatief (willen) nemen en de kar trekken, of richt je je als gemeente meteen op al je inwoners?
Het is een mooie en gewenste gedachte: alle inwoners van een gemeente tegelijk actief proberen te betrekken, te ondersteunen en zo gelijke kansen te bieden. Toch is het afbreukrisico groot en kan dit nobele uitgangspunt het einddoel in de weg staan, omdat het haar eigen weerstand creëert.
Vermijd afbreukrisico
We kunnen niet meer om de energietransitie heen, toch zijn er nog altijd veel mensen die het verduurzamen van hun woningen niet als prioriteit zien. Niet per se omdat ze de relevantie niet inzien, maar omdat er tal van dagelijkse zaken ook belangrijk zijn en alle aandacht vragen. Denk je eens in wat er gebeurt als zo’n bewoner het idee krijgt dat de gemeente ‘opeens’ van alles erdoor probeert te duwen. Nog een ‘moeten’ erbij werkt niet motivatie verhogend en bovendien ontstaat het risico dat allerlei andere ontevredenheden worden geprojecteerd. Voordat je het weet, sta je als gemeente 2-0 achter en dat terwijl je nog maar net bent begonnen…
De buurman is de beste ambassadeur
Hoe de trein dan wel gaat rijden? Door selectief te zijn. Door te richten op de koplopers die de buurt of wijk mee weten te krijgen, ongeacht factoren als waar ze precies wonen, wat de samenstelling van het huishouden is en welk inkomen er binnenkomt. Dit zijn de mensen die een intrinsieke motivatie hebben op het gebied van verduurzamen en alles wat daarmee samenhangt, de buurt kennen en/of graag actief en betrokken zijn. Van hen moet je het als gemeente hebben. Zij willen wel, staan open voor ondersteuning en zijn bovendien gedreven om samen met buurtbewoners hiermee aan de slag te gaan. En laat dát nou net werken, want er is geen betere ambassadeur dan je buurvrouw of buurman.
Zo komt iedereen in beweging
Het verdient een pluim dat gemeenten in hoog tempo forse duurzame stappen willen zetten. Toch is mijn advies: hold your horses. Investeer in het in kaart brengen van je koplopers en verbindt deze met elkaar. Én, niet onbelangrijk, geef ze de benodigde support. Door ze bij te staan met inhoudelijke adviezen en door ze te ondersteunen bij praktische zaken. Zoals middelen om de hele buurt te informeren over plannen of door de kartrekkers in de media naar voren te schuiven als succesvol voorbeeld. Van buurtbewoners die gezamenlijk isolatiemaatregelen nemen tot wijkbewoners die met elkaar plannen maken hoe van het gas te gaan. Zo ontstaan er binnen een gemeente succesverhalen én een vliegwieleffect. Immers, wie wil er nu geen deel uit maken van een succes?
Deze column van Roel Woudstra, directeur Buurkracht, verscheen ook op: https://www.binnenlandsbestuur.nl/ruimte-en-milieu/opinie/columns/wijkpioniers-kunnen-energietransitie-vlot-trekken.12176592.lynkx