Een groen dak is meer dan een mooi stukje natuur op je dak. Het helpt tegen hitte, vangt regenwater op én zorgt voor meer leven in de buurt. Steeds meer bewoners ontdekken het en willen het samen aanpakken. In de wijk Ringoevers in Hillegom zijn inmiddels 21 woningen voorzien van groene daken. Maar ook in andere buurten en dorpen van Nederland zijn buurtteams bezig met de voorbereidingen van een groene daken-actie.
De voordelen van een groen dak
Een groen dak is een slimme, groene investering in de toekomst. En de voordelen zijn groot:
Het vangt regenwater op, waardoor het riool minder snel overbelast raakt bij stortbuien.
Het verhoogt de biodiversiteit, met ruimte voor bijen, vlinders en andere nuttige insecten.
En het verlengt de levensduur van je gewone dak, doordat het beter beschermd is tegen zon en regen.
Het kan verkoelend werken in de zomer, doordat het zonlicht reflecteert en warmte vasthoudt in de begroeiing.
Maar misschien wel het mooiste voordeel: een groen dak verbindt. Samen aan de slag gaan schept een band. Het is ook nog eens makkelijker én gezelliger.
Ringoevers als inspirerend voorbeeld
In Ringoevers (Hillegom) kwam het initiatief vanuit de buurt. Met hulp van de buurtverbinders, Dakvergroeners, de gemeente, het Hoogheemraadschap van Rijnland en Buurkracht werden de plannen werkelijkheid. Bewoners organiseerden alles zelf: van het enthousiasmeren van buren tot het gezamenlijk inkopen en aanleggen.
Ook groene daken in jouw buurt?
Sommige gemeenten en waterschappen geven subsidie voor de aanleg van groene daken. Kijk op de Groenesubsidiewijzer of er voor jou subsidie beschikbaar is voor een groen dak.
En heb je plannen om samen met je buren aan de slag te gaan met groene daken en kun je wel wat buurkracht gebruiken? We helpen je graag er een succes van te maken. Neem gerust contact met ons op.
“Bewonersinitiatieven vormen het vliegwiel van de energietransitie. Onze opdracht, én die van gemeenten, is dat vliegwiel te smeren, niet vast te houden.” Roel Woudstra, directeur van Buurkracht, blikt terug op het jaaroverzicht 2024 van de Participatiecoalitie.
Een stevig fundament, maar de lat ligt hoger
Het jaaroverzicht 2024 van de Participatiecoalitie laat zien dat de vijf partners: Buurkracht, HIER, Natuur en Milieufederaties, Energie Samen en LSA bewoners, hun positie als aanspreekpunt voor overheden hebben verstevigd. En dat ze in staat zijn om bewoners niet alleen te betrekken bij beleidsvorming, maar hen ook zélf het verschil laten maken in hun buurt of wijk.
Roel noemt dat bemoedigend, maar plaatst meteen een kanttekening: “Een stevige tafel is mooi, maar pas als er continu brood op ligt gaan mensen eraan zitten. We moeten het fundament nu benutten om bewonersinitiatieven stabiel te voeden met structuur, middelen en vertrouwen.”
Fijnmazigheid én effectiviteit
In 2024 slaagde de Participatiecoalitie erin om nationale programmalijnen (Aardgasvrije wijken en Regionale energie strategieën) via de netwerken van partners direct om te zetten in lokaal passende acties.
Roel ziet dit als een bevestiging van de Participatiecoalitie-filosofie: “Wij geloven in de kracht van bewoners die precies weten wat er leeft in hun straat. Maar fijnmazigheid is pas effectief als gemeenten meebewegen: denk mee, regel budget en blijf langere tijd aanwezig. Alleen dan groeit een losse (buurt)actie door tot een volwassen beweging.”
Lokale eigenaarschap
De resultaten laten zien hoe initiatieven ‘van onderop’ uitgroeien tot bredere bewegingen in de wijk. Niet alleen bestaande bewonersinitiatieven zijn versterkt, maar er ontstonden ook nieuwe initiatieven die voortkomen uit de kracht en betrokkenheid van bewoners zelf.
Roel onderbouwt dit met de praktijk: “In Bleskensgraaf zagen we eerder een dorpsteam uitgroeien tot energiecoöperatie. Dat lukte omdat de gemeente vanaf dag één vertrouwen gaf, maar óók duidelijke kaders bood. Werk echt sámen met een bewonersinitiatief. Dan ontstaat eigenaarschap en dát versnelt de energietransitie.”
Diversiteit en meerstemmigheid: participatie is geen ‘one size fits all’
De coalitie werkte in 2024 aan uiteenlopende thema’s, van aquathermische opslag tot een klusbrigade, en zocht bewust aansluiting bij ondervertegenwoordigde groepen.
Roel: “De energietransitie raakt iedereen, maar verduurzamen is een thema waar mensen niet altijd direct enthousiast van worden. Om de buurt in beweging te krijgen starten we bij Buurkracht vaak met een ander thema of een kleinere sociale actie, zoals afvalprikken, een warmte-wandeling of een regentonactie.”
Knelpunten: vertrouwen en voorspelbaarheid
De Participatiecoalitie signaleert dat langdurige samenwerking en bestuurlijke voorspelbaarheid randvoorwaardelijk zijn voor succes, maar nog onvoldoende geborgd.
Roel is duidelijk: “Vertrouwen is geen zachte factor, het is harde infrastructuur waar je serieus aan moet werken. Het komt te voet en gaat te paard. Zorg voor een duidelijk aanspreekpunt, stel een meerjarig participatiebudget beschikbaar en borg het in beleid.”
Wat betekent dit voor gemeenten?
De bevindingen uit het jaaroverzicht zijn te vertalen naar drie praktische lessen:
Les
Wat gemeenten kunnen doen
Erken de volwassen rol van buurtinitiatieven
Neem initiatieven op in formele uitvoeringsprogramma’s; zie hen als partner, niet als klankbord.
Investeer in proces-ondersteuning
Reserveer een meerjarig participatiebudget en een vast ambtelijk aanspreekpunt.
Durf thema-overstijgend te werken
Combineer klimaat, leefbaarheid, duurzaamheid gezondheid en zorg in één wijkagenda.
Roel vat samen: “Als gemeenten en buurteams elkaar vinden in gelijkwaardigheid, beleid én buurtkennis, wordt de energietransitie een gedeeld verhaal in plaats van een opgelegd script. Nu is het tijd om door te pakken. Wij blijven buurteams begeleiden tot ze zelfstandig draaien, maar vragen gemeenten om twee beloftes: wees voorspelbaar en wees present. Dat zorgt voor buurten waar de energietransitie dóór en mét bewoners vorm krijgt.”
Roel lacht: “En dan ontbreekt er in dit rijtje eigenlijk nog een hele belangrijke les. Maak gebruik van Participatiecoalitie en de verschillende expertises die de coalitiepartners hebben. Je hoeft het ‘vliegwiel’ namelijk niet zelf uit te vinden.”
Samen sturen op een rechtvaardige energietransitie
De kracht van de Participatiecoalitie zit in het verbinden van werelden die elkaar nodig hebben: lokaal initiatief en beleidspraktijk. Vanuit de overtuiging dat de energietransitie alleen slaagt als bewoners vanaf het begin kunnen meedenken, meebeslissen én meedoen, werken de coalitiepartners aan een democratisch, inclusief en gedragen proces. Of het nu gaat om de weg naar aardgasvrij, hernieuwbare opwek of klimaatadaptatie: het begint bij vertrouwen, lokale zeggenschap en maatwerk dat past bij de buurt. Juist in deze gezamenlijke beweging schuilt de sleutel tot een rechtvaardige transitie die niet over mensen heen, maar mét mensen wordt vormgegeven.
foto: Elke Slagt (midden) op werkbezoek bij Huis van de Wijk
In Rozenburg zijn Amy, Devon, Jordan en Laura zelf een initiatief gestart om leeftijdsgenoten bij elkaar te brengen. Niet alleen om samen leuke dingen te doen, maar ook om nieuwe leeftijdsgenoten te leren kennen. Hun missie? Meer ontmoeting en gezelligheid voor jongeren in het dorp, op een manier die bij hén past.
Samen met welzijnsorganisatie DIA Rozenburg, de gemeente Rotterdam en Buurkracht werken ze aan activiteiten die jongeren echt aanspreken. Denk aan een combinatie van gamen, samen eten en gewoon even lekker chillen. Amy verwoordt het treffend: “Samen kan je meer dan je denkt!”
Werkbezoek van Tweede Kamerlid
Het initiatief trok ook de aandacht van Den Haag. Tweede Kamerlid Elke Slagt kwam langs voor een werkbezoek. Ze ging in gesprek met de jongeren en betrokken organisaties. Er werden ervaringen gedeeld over wat er nodig is om bewoners en jongeren écht de ruimte te geven voor eigen initiatief. Elke Slagt was onder de indruk: “Zoals we in Rotterdam zeggen: niet lullen maar poetsen. Hou het simpel, werk met korte lijnen en vooral: doe het met plezier.”
De Participatiecoalitie bestaat uit vijf partners die vanuit hun eigen expertise werken aan een energietransitie mét en door bewoners. Door krachten te bundelen, kennis te delen en elkaar aan te vullen, versterken we elkaar. Dat doen we in heel Nederland, zo ook in Utrecht. In verschillende wijken werken collega’s van Buurkracht, Energie-U (Energie Samen), Natuur en Milieufederatie Utrecht (NMU) en LSA bewoners samen. Buurtbegeleider Sabine Upperman is vanuit Buurkracht betrokken bij meerdere initiatieven in Utrecht: “Het mooie is dat we elkaar echt aanvullen. Iedereen brengt iets unieks mee. Zo maken we samen meer impact in de wijk.”
Samen de buurt in beweging brengen
In Utrecht Noordwest is Sabine samen met Wieke (Energie-U) en Laura (NMU) ‘ZET’, het Zuilens Energie Team, gestart. Een, nog steeds groeiende, actieve groep enthousiaste buurtbewoners die samen aan de slag zijn met verduurzaming. Sabine: “Buurkracht activeert en enthousiasmeert buren om deel te nemen, NMU koppelt strategie en natuurvriendelijke acties en Energie-U legt het contact met leveranciers en inkooppartners voor een gezamenlijke actie.”
Zelfstandig én verbonden in Noordoost
In de wijk Noordoost is de aanpak anders. Hier begeleiden LSA bewoners (namens wijkcoöperatie Griftstroom), Energie-U en Buurkracht ieder hun eigen buurten. Toch zoeken ze ook daar actief de samenwerking op. Er is onderling contact om af te stemmen, expertise te delen of buurtteams te verbinden. Zo zijn verschillende buurten betrokken bij ‘Gluren bij je groene buren’ waarbij bewoners bij elkaar binnenkijken om duurzame maatregelen in de praktijk te zien.
Leren van én met elkaar in een Community of Practice
Binnen de Participatiecoalitie zijn verschillende Communities of Practice (CoP’s) actief. In deze leernetwerken delen collega’s van de samenwerkende organisaties kennis, tools en ervaringen met elkaar. Jaarlijks worden er drie CoP-bijeenkomsten georganiseerd rond een concreet thema. Sabine: “In maart hadden we een workshop over wie je allemaal tegenkomt in het proces en in juni gingen we onder andere in op hoe je actief blijft in de zomerperiode. Die uitwisseling helpt enorm. Je leert van elkaar, werkt efficiënter en het is gewoon ook heel inspirerend om samen de schouders eronder te zetten. Precies wat we ook in de buurten zelf proberen over te brengen.”
Hoe krijg je structurele betrokkenheid van bewoners bij de energietransitie van de grond? En vooral: hoe doe je dat efficiënt op grote schaal, zodat het daadwerkelijk helpt de energietransitie te versnellen? Buurkracht heeft hiervoor een methodiek ontwikkeld die ze samen met de gemeenten Rotterdam, Zaanstad, Boxtel en Sint-Michielsgestel en Leeuwarden in de praktijk brengt. Om te laten zien dat het kan, maar óók om van te leren voor toekomstige trajecten waarbij samenwerking tussen bewoners en gemeenten essentieel is. In dit kader is ook de Technische Universiteit Delft betrokken.
In het onderzoek dat de TU Delft uitvoert, staat de rol van intermediairs zoals Buurkracht tussen gemeenten en bewoners bij de energietransitie centraal. Koren op de molen van universitair docent BinBin Pearce, die zich al jaren richt op de samenwerking tussen beleidsmakers, burgers en wetenschappers om complexe maatschappelijke vraagstukken aan te pakken. “We zien dat er een kloof is tussen wat gemeenschappen belangrijk vinden en waar gemeenten over praten”, vertelt ze. “Dat heeft met verschillende factoren te maken die ervoor zorgen dat burgers terughoudend zijn om actief bij te dragen aan de energietransitie. Zoals een gebrek aan vertrouwen. Steeds meer mensen vragen zich af: waarom zou ik geloven wat de overheid zegt? Ook aan de onderbouwing van beleidsmaatregelen wordt getwijfeld. Daarnaast speelt een gevoel van maatschappelijke ongelijkheid. Het idee leeft dat vooral rijken profiteren van de energietransitie terwijl aan de andere kant energiearmoede heerst. En dan is er nog het gebrek aan informatie: zelfs mensen die wél de middelen hebben en iets willen doen, weten vaak niet goed hoe. Intermediairs kunnen helpen de brug te slaan. Maar hoe functioneert dat in de praktijk? Waar zit de werkelijke waarde van intermediairs en hoe ondersteunen zij de implementatie van de energietransitie? Dat willen we beter gaan begrijpen.”
Unieke kans
Het driejarige project van Buurkracht in samenwerking met de vier gemeenten vormt hierbij het ideale onderzoeksterrein. BinBin: “In allerlei casestudies komen we organisaties tegen die als intermediair optreden tussen gemeenten en gemeenschappen. Maar meestal komen ze min of meer toevallig in die positie terecht omdat het voor hun doel praktisch noodzakelijk is. Wat Buurkracht bijzonder maakt, is dat ze die verbindende rol juist heel expliciet en nadrukkelijk op zich neemt. Bij Buurkracht is dit de kern: het gáát om het organiseren van participatie. En het mooie bij dit project is dat dezelfde methodiek wordt geïmplementeerd in vier gemeenten van heel uiteenlopende omvang, met elk hun eigen context. Dat leidt tot verschillen in snelheid, in dynamiek en in reacties van bewoners, en ook daar kunnen we weer waardevolle inzichten uit opdoen. Bijvoorbeeld over wat er nodig is om de visies en verwachtingen van bewoners en gemeenten dichter bij elkaar te brengen. Een unieke kans.”
Leren om te blijven ontwikkelen
Buurkracht zelf kijkt evenzeer uit naar wat het Delftse onderzoek oplevert. “Onze aanpak is in de vier gemeenten is voor alle partijen nieuw, ook al bouwen we voort op de kennis en ervaring die we in ruim 800 buurten hebben opgedaan”, vertelt onderzoeker en ontwikkelaar Djoera Eerland. “We willen dan ook zo veel mogelijk leren van dit project. Dat doen we op drie manieren: door intern voortdurend het net op te halen, via intervisiebijeenkomsten met de deelnemende gemeenten en aan de hand van onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek. Dat laatste is ook belangrijk voor ons omdat we eraan hechten dat wat we doen evidence-based is. Niet voor niets zoeken we sinds onze start in 2013 actief de samenwerking met universiteiten en hogescholen. Het onderzoek van de TU Delft past in die traditie. Voor ons is het vervolgens de uitdaging om de resultaten te vertalen naar concrete aanvullingen en aanpassingen in onze manier van werken en te gebruiken voor de (door)ontwikkeling van bruikbare tools.”
Deelonderzoeken
Het onderzoeksproject loopt gelijk op met het samenwerkingsproject in de gemeenten en bestaat uit verschillende deelstudies die BinBin coördineert. “In plaats van na afloop via een casestudy het falen of slagen van dit project te verklaren, willen we er vanaf het begin bij zijn. Dat is nodig om echt te begrijpen welke waarden gemeenten, gemeenschappen en buurtteams drijven.” Een promovenda in haar team onderzoekt de samenwerking tussen gemeenten en de gemeenschap: hoe werkt dat en hoe kan een tussenpartij als Buurkracht het proces versoepelen? Wat gebeurt er precies in die interactie? Daarnaast voeren studenten kleinere projecten uit in het kader van hun master. Zo zoomt één student nu in op de ambtelijke setting in de vier gemeenten – en de daarmee samenhangende verschillen en overeenkomsten in de ontwikkeling en implementatie van de energie- en warmtetransitie. Een andere student kijkt specifiek naar het verloop van het project in Rotterdam, en de rol van Buurkracht en de buurtteams die zich daar vormen. “De komende jaren blijven we het project volgen, waarbij er ruimte is voor meer deelonderzoeken, en we onze bevindingen breed beschikbaar stellen.”
Maatschappelijke impact voorop
De wijze van onderzoek waarvoor de onderzoeksgroep en Buurkracht hebben gekozen is effectief, zonder het proces te verstoren. BinBin: “We kiezen een opzet waarin we de onderzoeksvragen samen met de betrokkenen ontwikkelen. In dit geval in eerste instantie met Buurkracht, maar ook met bewoners en gemeenten. In die zin is het onderzoek ‘transdisciplinair’: als je een maatschappelijk vraagstuk als uitgangspunt neemt, heeft het geen zin je onderzoek te beperken tot bijvoorbeeld psychologie, of statistiek. Onze focus ligt niet alleen op kenniscreatie, maar op de praktische toepassing van kennis in de context waarin we werken, op bruikbaarheid en maatschappelijke impact. Dit brengt ook met zich mee dat we afstemmen met wie we in gesprek gaan, om vooral niet in de weg te lopen.” Djoera vult aan: “Het opbouwen van een netwerk en een gemeenschap is een kwetsbaar proces. Als er in dat prille stadium onderzoekers rondlopen die allemaal vragen stellen, loop je risico dat sommige mensen zich terugtrekken. Om dat te voorkomen, polsen wij voor de onderzoekers wie voor vraaggesprekken openstaan en leggen wij de eerste contacten. Zo kunnen we allemaal ons werk doen.”
De samenwerking tussen gemeenten en bewoners in de energietransitie dreigt vast te lopen; dit is het beeld dat opstijgt uit de nationale buurkracht monitor 2025. Op 17 april, tijdens de derde editie van Samen sterk met buurkracht in ‘s- Hertogenbosch, staken ruim 120 ambtenaren en trekkers van buurt- en dorpsinitiatieven elkaar de hand toe. Zij konden niet wachten om gehoor te geven aan de oproep van gastspreker Jan Rotmans: ‘Stop met polderen, smeed een ‘coalition of the willing and able’ en neem het heft in handen.’ Sterker nog: ze zijn al begonnen.
Vanaf 13.00 uur stromen de deelnemers het terrein op van het sfeervolle Werkwarenhuis, een voormalige veevoederfabriek die is omgetoverd tot creatieve broed- en ontmoetingsplaats. Wanneer stipt om 13.30 uur het officiële programma start, brengt dagvoorzitter Helga van Leur het publiek met een spervuur aan vragen meteen in de actiestand. Sinds zij afscheid nam als weervrouw van RTL, zet ze haar expertise in om aandacht te vragen voor klimaatverandering en de noodzaak om duurzamer te leven. Zoals ook vandaag. Met enkele treffende beelden weet ze de juiste grondhouding op te roepen voor een dag van toenadering: een optische illusie die duidelijk maakt dat je – afhankelijk van de bril waar je door kijkt – dezelfde werkelijkheid anders kunt waarnemen dan je buurman, en een potje bubbelvoetbal. “Het spelletje is niet elkaar omver beuken, maar om vanuit verschillende bubbels samen te werken aan een gedeeld doel.”
Geen goed rapport
Helga’s inleiding vormt het perfecte bruggetje naar de presentatie van Djoera Eerland, die als ontwikkelaar en onderzoeker bij Buurkracht de uitkomsten van de nationale buurkracht monitor 2025 samenvat. Deze peiling van de samenwerking tussen gemeenten en bewoners laat zien dat het onderlinge vertrouwen daalt. Terwijl gemeenten hun handen vol hebben aan plannen maken rondom de energietransitie, zetten bewoners juist concrete stappen met verduurzamingsacties. Maar ze trekken nauwelijks samen op. En zorgelijker: alle randvoorwaarden voor samenwerking en vertrouwen, van duidelijkheid over rollen tot ondersteuning en gelijkwaardig partnerschap, krijgen van bewoners een onvoldoende. Op een 5,6 na voor de mate waarin gemeenten hun input meenemen in de hun plannen. Gemeenten oordelen al niet veel positiever.
Toch is er hoop voor de toekomst, benadrukt Djoera: “De wil tot samenwerken is er nog altijd. Het proces is vlot te trekken als gemeenten bewoners structureel bij hun plannen betrekken, hun interne organisatie inrichten op bewonersparticipatie en breder durven te kijken dan naar de energietransitie alleen. En ook voor bewonersinitiatieven zelf geldt: luister naar wat bewoners in jouw omgeving belangrijk vinden.” Genoeg stof om over verder te praten in het volgende programmaonderdeel, de paneldiscussie. Met Jan Boele en Caspar Eras als trekkers van bewonersinitiatieven, Jan Lock en Nessy Don Griot als gemeentevertegenwoordigers, Buurkracht-directeur Roel Woudstra en Tjalling de Vries, afdelingshoofd Algemeen Beleid Energietransitie van VRO en zelf actief betrokken bij een energiecoöperatie in zijn eigen buurt. Samen gaan zij in op de vraag: wat is er nodig om elkaar beter te vinden en te versterken?
Op je handen zitten
Jan Boele van het succesvolle dorpsinitiatief Bles2032 vindt dat bewoners hierin net zo goed een rol hebben als de gemeente. “Djoera vertelde net dat bewoners wachten op een uitgestoken hand van de gemeente. Waarom? Zoek die hand op, pak hem beet, en investeer in de verbinding.” Wethouder Jan Lock, met wie Jan Boele nauw samenwerkt, vult aan: “Als die hand eenmaal is beetgepakt, moet je het aandurven om op je handen te gaan zitten. Geef bewoners de ruimte en ga niet harder dan zijzelf.” Buurkracht-directeur Roel Woudstra valt hem bij en brengt nog een belangrijke nuance aan: “Zolang je maar op je handen zit met de intentie om samen verder te komen.”
Ludieke acties, nieuwe doelgroepen
Dit is ook wat het Rijk doet, vertelt Tjalling de Vries, die als afdelingshoofd Algemeen Beleid Energietransitie het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening vertegenwoordigt. “Wij vinden het belangrijk dat gemeenten zelf plannen maken. Onze rol daarbij is het aangeven van doelen en kaders waarbij we ook financieel gemeenten ondersteunen. Zo helpen we om de energietransitie mogelijk te maken.” Hij is aangenaam verrast over de voorbeelden die in de discussie naar voren komen van waar het wél goed gaat met de participatie. Zo vertelt Nessy hoe de gemeente er met ludieke acties – onder andere met een drie meter hoge stoel en virtual reality – in geslaagd is veel bewoners te enthousiasmeren. Waaronder ook veel jongeren en ouders van schoolgaande kinderen, doelgroepen die vaak moeilijk te bereiken zijn. “De uitdaging is nu om de interne organisatie betrokken te houden”, zegt ze. “Want ook wij merken dat die nog niet helemaal is ingericht op structurele samenwerking met bewoners.”
Een luchtig vervolg
Roel vult aan dat de kans groot is dat we eerst nog verder de onvoldoende in gaan, juist omdat we erachter komen dat je er serieus tijd in moet steken en we met elkaar nog lerende zijn. De discussie had nog lang kunnen boeien, maar er staat meer op de agenda. Te beginnen met een luchtig intermezzo van Tim Zeegers en Thomas Hoogendoorn. Als cabaretduo Flunknarf beelden zij uit hoe de interactie tussen een wethouder en een inwoner die een buurtinitiatief wil starten, in de praktijk zou kunnen lopen. Een hilarische sketch vol kwinkslagen naar wat eerder die dag is gezegd.
Discussietafels met rode draden
Tijdens de plenaire onderdelen heeft de zaal al bepaald niet stilgezeten, maar nu is het tijd om echt met elkaar aan de slag te gaan. In drie ruimtes staan lange discussietafels opgesteld verdeeld over drie thema’s: ‘onderling vertrouwen’, ‘langdurige samenwerking’ en ‘iedereen doet mee’. In sessies van 20 minuten gaan aan elke tafel gemêleerde groepen in gesprek. Iedereen praat over 2 thema’s met verschillende deelnemers. Over hun goede en minder goede ervaringen, over waar ze tegenaan lopen en wat er nodig is om samen stappen op deze thema’s te maken. Het gonst en het bruist en de discussies gaan alle kanten op, maar als de stof is neergedaald, blijven er een paar rode draden hangen. Zoals het hoge verloop bij gemeenten – ambtenaren wisselen vaker dan inwoners – en schotten tussen afdelingen. Ofwel: naast vertrouwen is er behoefte aan continuïteit en een brede aanpak. Zoals ook uit de buurkracht monitor kwam.
Stille revolutie
Inmiddels staat (in de woorden van Helga van Leur) ‘transitieprofessor en vetgave leuke gozert’ Jan Rotmans in de coulissen klaar om het grotere plaatje te schetsen achter al die particuliere ervaringen van de toegestroomde bewoners, medewerkers van gemeenten en de collega’s van Buurkracht. “Met alle kennis die ik heb, kan ik in tien minuten iedereen in een depressie storten”, zegt hij. Maar hij kiest voor de hoopvolle boodschap, waar hij ook echt in gelooft, en legt het accent op wat wél goed gaat. Bijvoorbeeld dat we 700 energiecoöperaties hebben, 450 zorgcoöperaties en 400 voedselcoöperaties. En dat we in Nederland de hoogste zonnepanelendichtheid ter wereld hebben. “Er is een stille revolutie gaande, met bewoners als motor.” Een revolutie die bovendien verder in een stroomversnelling komt naarmate er de chaos in de gevestigde orde toeneemt. “De overheid wordt onderheid, onderdanen worden bovendanen, onderstroom wordt bovenstroom.”
Wat is dan je antwoord?
Hij houdt de zaal voor dat revoluties nooit beginnen vanuit een breed draagvlak; het is geen doen om iedereen in hetzelfde tempo mee te nemen. “Alles wat groot is, is klein begonnen. Het start met leiderschap. En ik zie in deze zaal meer leiderschap dan in de hele Tweede Kamer bij elkaar.” Wie hier nog geen aansporing in hoort om vooral door te gaan, voelt die wel als Jan Rotmans bij zijn laatste dia aanbelandt. Een foto van zijn spelende kleinkind. “Er komt een dag dat je kinderen of kleinkinderen vragen: ‘Wat heb jij gedaan toen het nog kon?’ En wat is dan je antwoord?”
Voorbode van iets moois
Met deze indringende uitsmijter komt het officiële programma aan zijn eind. Wat nog rest is een korte wrap-up door Roel Woudstra, die de deelnemers net als Jan Rotmans aanspoort om vol te houden, al is er soms weerstand. “Als het schuurt, gebeurt er wél iets; moeilijke gesprekken zijn soms de voorbode van een positieve verandering.” Hij deelt een paar waardevolle tips die uit de discussies zijn gekomen, iets waar we de komende periode nog op terug gaan komen.
download het buurkracht magazine
In dit magazine lees je de resultaten van de nationale buurkracht monitor 2025: wat zijn de huidige uitdagingen binnen burgerparticipatie en aanbevelingen voor een sterkere samenwerking? Daarnaast vind je inspirerende voorbeelden van buurtinitiatieven en kleine acties die samen een groot verschil maken.
Deze worden gebruikt om ons websiteverkeer te analyseren en video’s te tonen. Wij delen informatie over het gebruik van onze site met onze partners voor social media en analyse. Deze partners kunnen je gegevens combineren met andere informatie die je aan ze hebt verstrekt of die zijn verzameld bij het gebruik van hun services. Als je hiermee akkoord bent, hoef je je voorkeuren niet te wijzigen. Meer lezen over cookies op deze pagina
Deze website gebruikt cookies om je gebruikservaring te verbeteren terwijl je door de pagina's klikt. Van deze cookies worden alleen de noodzakelijke cookies opgeslagen in je browser omdat ze essentieel zijn voor het functioneren van je website. We gebruiken ook cookies van derden om je gebruik te analyseren en begrijpen. Deze cookies zullen alleen worden opgeslagen in je browser wanneer jij daar toestemming voor geeft. Je kunt deze toestemming elk moment weigeren. Dit kan een effect hebben op je gebruikservaring.
Noodzakelijke cookies zijn essentieel voor het normaal functioneren van de website. Deze categorie bevat alleen maar cookies die de basis functionaliteiten en veiligheidseisen van de website garanderen. Deze cookies slaan geen enkele persoonlijke informatie op.
Dit zijn cookies die niet per se noodzakelijk zijn voor de website om te functioneren, maar ze worden specifiek gebruikt om persoonlijke informatie te verzamelen via statistieken, advertenties en andere ingebedde inhoud (zoals Vimeo). Goedkeuring van de gebruiker voordat deze cookies op de website worden geactiveerd is verplicht.
Cookies voor statistieken worden gebruikt om te begrijpen hoe de interactie is tussen bezoekers en de website. Deze cookies voorzien in informatie over het aantal bezoekers, de bounce rate, de plek waar een bezoeker vandaan komt enz.
Prestatie cookies worden gebruikt om de inhoudsstructuur van de website in kaart te brengen en analyseren, waardoor een betere gebruiksvriendelijkheid wordt nagesteefd.
Advertentie cookies worden gebruikt om de bezoekers van relevante reclame en marketing campagnes te voorzien. Deze cookies volgen het pad dat een bezoeker door de website heen loopt en verzamelen informatie om gerichte advertenties te tonen.